DUO kijkt bij de aanvraag van Studiefinanciering en een Tegemoetkoming scholieren naar het inkomen van jouw ouders. Op basis daarvan stelt DUO een bedrag vast dat jouw ouders allebei aan jouw school of studie zouden moeten bijdragen. Dit kan een ander bedrag zijn dan het bedrag aan kinderalimentatie. Op basis van die bijdragen wordt de aanvullende beurs vastgesteld.
DUO kijkt niet naar het bedrag dat betaald wordt aan kinderalimentatie. Wanneer het bedrag aan kinderalimentatie hoger is dan de vastgestelde ouderlijke bijdrage, maakt dit dus niets uit voor het vaststellen van de aanvullende beurs. Maar wanneer het bedrag aan kinderalimentatie lager is dan de door DUO vastgestelde bijdrage van de alimentatiegerechtigde ouder, kan dit nadelig uitpakken voor jou. Praat hierover met de alimentatieplichtige ouder en vraag of hij of zij voortaan meer kinderalimentatie wil betalen. Mocht deze weigeren, dan kun je een mediator inschakelen om te kijken of je samen met je ouders tot afspraken kunt komen. Lukt dit niet dan kun je de rechter vragen om het bedrag aan kinderalimentatie te verhogen. Dit is geen gemakkelijke stap, het voeren van een gerechtelijke procedure tegen een van je ouders is zwaar. Het is verstandig om je goed te laten informeren door bijvoorbeeld een advocaat of een mediator, zodat je ongeveer weet waar je aan begint.
In bijzondere gevallen, wanneer de ouder weigert om de ouderlijke bijdrage te voldoen, kan DUO voor jou een uitzondering maken en de hoogte van de kinderalimentatie zien als ouderlijke bijdrage (en jouw aanvullende beurs daarop afstemmen). Dit wordt een beroep op de zogenaamde hardheidsclausule genoemd. Zie voor meer informatie de site van DUO.
DUO gaat er overigens vanuit dat je ouders ook na je 21e de ouderlijke bijdrage blijven betalen aan je studie, en stelt de aanvullende beurs op basis daarvan vast. Wanneer je ouders of een van je ouders weigert om de ouderlijke bijdrage te voldoen, neem dan contact op met DUO, zie hiervoor de website van DUO. Wellicht dat je in dat geval een beroep op de hardheidsclausule kunt doen.
Kinderalimentatie is een bijdrage in de kosten van jouw levensonderhoud. Hieronder vallen eten, drinken, kleren en verzorging, maar ook de kosten voor sporten en een feestje. Tot je 21e zijn jouw ouders samen verplicht om voor jou te zorgen en je te ondersteunen, ook financieel, wanneer jij dat zelf (nog) niet kunt. Pas als jij zelf in je onderhoud kunt voorzien, zijn ze niet meer verplicht om jou te ondersteunen.
Meestal verdien je niet zoveel met een bijbaantje, maar het kan zijn dat jouw bijbaantje zoveel oplevert dat jij wel voor een deel in je levensonderhoud kunt voorzien. Als dit zo is, dan kan de alimentatieplichtige ouder voorstellen om het bedrag aan kinderalimentatie te verlagen. Dit moet hij of zij overleggen met jou. Vervolgens moet dit - of jij het ermee eens bent of niet - aan de rechter worden voorgelegd. De rechter beoordeelt dan of hij het eens is met de verlaging. Rechters beslissen vaak dat een deel van inkomsten uit het bijbaantje voor de student zelf zijn, bijvoorbeeld om te sparen voor een vakantie of voor uitgaan. Het is dus vaak niet redelijk dat je alle inkomsten uit een bijbaantje moet gebruiken om zelf je levensonderhoud en studie te bekostigen.
Kinderalimentatie is een bijdrage in de kosten van jouw levensonderhoud. Hieronder vallen eten, drinken, kleren en verzorging, maar ook de kosten voor sporten en een feestje. Tot je 21e zijn jouw ouders samen verplicht om voor jou te zorgen en je te ondersteunen, ook financieel, wanneer jij dat zelf (nog) niet kunt. Pas als jij zelf in je onderhoud kunt voorzien, zijn ze niet meer verplicht om jou te ondersteunen.
Als jij een salaris hebt waarvan je volledig zelf in je levensonderhoud kunt voorzien, dus waarvan jij je eten, drinken, kleren, verzorging, sporten, enzovoort kunt betalen, kan de ouder die alimentatie betaalt voorstellen om de kinderalimentatie stop te zetten. Dit moet hij of zij met jou overleggen. Als jij het ermee eens bent, kunnen jullie dit samen in een overeenkomst vastleggen. Dit wordt ook wel "afstand van alimentatie" doen genoemd. Daarvoor is geen rechter nodig. Als jij het er niet mee eens bent, moet de ouder die alimentatie betaalt wel naar de rechter. De rechter beoordeelt dan of hij het eens is met het eindigen van de kinderalimentatie. De rechter vindt in het algemeen dat een jongere pas geen alimentatie meer nodig heeft als hij of zij minstens het volledige minimumloon verdient.
Als jij een salaris hebt waarvan je voor een deel zelf in je levensonderhoud kunt voorzien, dus waarvan jij je eten, drinken, kleren, verzorging, sporten, enzovoort kunt betalen, kan de ouder die alimentatie betaalt voorstellen om de kinderalimentatie te verlagen. Dit moet hij of zij overleggen met jou. Vervolgens moet dit - of jij het ermee eens bent of niet - aan de rechter worden voorgelegd. De rechter beoordeelt dan of hij het eens is met de verlaging.
Als de ouder die kinderalimentatie voor jou moet betalen dit weigert, is dat erg vervelend. Maar in dat soort gevallen sta je er niet alleen voor. In Nederland is er organisatie die dit soort problemen oplost: het LBIO. Zij kunnen helpen wanneer de alimentatieplichtige ouder niet wil betalen. Zij gaan de alimentatie dan "innen" bij de ouder die niet wil betalen en zorgen er vervolgens voor dat jij dit bedrag krijgt. Jij krijgt jouw alimentatie dan voortaan van het LBIO, en het LBIO zorgt ervoor dat zij het geld krijgen van jouw ouder. Je hoeft je dan dus geen zorgen meer te maken over of hij of zij betaalt. Dit doet het LBIO. En het kost jou niets. Zie hiervoor de website van het LBIO.
Als de draagkracht van de alimentatieplichtige ouder verandert, kan dat van invloed zijn op het bedrag van de kinderalimentatie. Stel dat die nieuwe partner geen of maar een beperkt inkomen heeft en jouw ouder ook mee gaat betalen voor de kinderen van de nieuwe partner, dan kan zijn draagkracht afnemen. Dit zou kunnen betekenen dat jouw ouder daardoor minder kinderalimentatie kan betalen. Hij kan in zo'n geval de rechter vragen om de kinderalimentatie te verlagen. De rechter kijkt dan wel of zijn draagkracht echt is afgenomen en hij de kinderalimentatie hierdoor niet meer volledig kan betalen.
Het kan ook zijn dat de nieuwe partner ook een eigen inkomen heeft, en/of dat de nieuwe partner en jouw ouder samen de vaste lasten (huis, gas, water, electriciteit, etc.) gaan betalen, waardoor de draagkracht van jouw ouder toeneemt. Als jouw ouder eerst minder kinderalimentatie kon betalen omdat hij niet genoeg draagkracht had, kan dit aanleiding zijn om verhoging van kinderalimentatie te vragen. Dit moet bij de rechter.
Door werkloosheid of arbeidsongeschiktheid kan het inkomen en daarmee de draagkracht van de alimentatieplichtige ouder verminderen. Dit zou kunnen betekenen dat jouw ouder daardoor minder kinderalimentatie kan betalen. Hij of zij kan in zo'n geval de rechter vragen om de kinderalimentatie te verlagen. Als de rechter hiermee akkoord gaat, betekent dit dat je voortaan minder kinderalimentatie zult ontvangen.
Als je ouder is verzekerd tegen inkomensverlies door arbeidsongeschiktheid, gaat zijn of haar inkomen er niet op achteruit. In dat geval vult de verzekering namelijk het inkomensverlies aan, zodat het inkomen (en de draagkracht) hetzelfde blijven.
Als je ouders een alimentatieverzekering hebben afgesloten, vult de verzekering bij inkomensachteruitgang van de alimentatieplichtige ouder het bedrag van de kinderalimentatie aan. Je blijft dan dus hetzelfde bedrag ontvangen. Ditzelfde gebeurt als de alimentatieplichtige ouder mocht komen te overlijden.
Als je alimentatieplichtige ouder overlijdt, dan stopt de kinderalimentatie, tenzij je ouders een alimentatieverzekering hebben afgesloten. Een alimentatieverzekering keert bij overlijden van de alimentatieplichtige ouder maandelijks het bedrag aan kinderalimentatie uit dat je voor het overlijden ontving (tot het moment waarop je niet meer gerechtigd bent tot kinderalimentatie).
Als je alimentatiegerechtigde ouder overlijdt, loopt de kinderalimentatie door. De andere ouder blijft onderhoudsplichtig voor jou. Het kan echter zo zijn dat deze ouder ook een deel van de kosten van opvoeding en verzorging van jou droeg en dat je nu niet meer genoeg hebt om van rond te komen. Je zult met je vader of moeder moeten overleggen hoe jullie dit gaan oplossen. Mocht je ouder hier niet aan mee willen werken, dan kun je de rechter - via een advocaat - verzoeken om het alimentatiebedrag te verhogen wegens gewijzigde omstandigheden (het overlijden van de alimentatiegerechtigde ouder). Belangrijk is wel dat je ouder het nieuwe, hogere bedrag aan kinderalimentatie "kan" betalen. De rechter houdt altijd rekening met de draagkracht van de alimentatieplichtige ouder.