Op deze pagina worden veelgestelde vragen beantwoord.
Vragen over verhuizen/wonen
Je ouders hebben de afspraken in het ouderschapsplan of in het echtscheidingsconvenant gemaakt in jouw belang. Toen wilde jij ook nog bij die ene ouder wonen. Je zult aan hen moeten vertellen dat je nu liever bij de ander wilt wonen. Als je ouders dat allebei goed vinden, hoeft het geen probleem te zijn.
Als het moeilijk is, kun je altijd een familielid of iemand anders die je goed kent vragen om je te helpen of vragen om met jullie allemaal te praten. Tot slot kun je ook aan de rechter vragen om een wijziging in de plek waar je woont.
In principe ontvangt de ouder bij wie jij woont jouw kinderalimentatie totdat je meerderjarig (18 jaar) wordt. In het geval van co-ouderschap (als je bij beide ouders woont), ontvangt de alimentatiegerechtigde of verzorgende ouder jouw alimentatie.
Maar ook als je nog niet meerderjarig bent, kan de kinderalimentatie voortaan rechtsreeks aan jou worden betaald, bijvoorbeeld doordat je op jezelf gaat wonen. Dan moet de alimentatiegerechtigde ouder het daar wel mee eens zijn.
De omgangsregeling en de andere afspraken in het ouderschapsplan hebben jouw ouders in het belang van jou gemaakt. Allerlei omstandigheden kunnen ertoe leiden dat die afspraken voor jou niet meer zo goed werken of niet meer zo goed bij jou passen. Door een verhuizing van een van je ouders kan die situatie zich voordoen. Praat hierover met je ouders en bespreek wat beter zou werken en hoe de afspraken veranderd zouden moeten worden.
Vragen over geld/kinderalimentatie
In principe ontvangt de ouder bij wie jij woont jouw kinderalimentatie totdat je meerderjarig (18 jaar) wordt. In het geval van co-ouderschap (als je bij beide ouders woont), betaalt de alimentatiegerechtigde of verzorgende ouder jouw alimentatie.
Maar ook als je nog niet meerderjarig bent, kan de kinderalimentatie voortaan rechtsreeks aan jou worden betaald, als de situatie daar aanleiding toe geeft, bijvoorbeeld doordat je op jezelf gaat wonen. Dan moet de ouder die daarvoor kinderalimentatie voor jou ontving (de alimentatiegerechtigde ouder) het daar wel mee eens zijn.
DUO (voorheen IB-groep) kijkt bij de aanvraag van Studiefinanciering en een Tegemoetkoming scholieren naar het inkomen van jouw ouders. Op basis daarvan stelt DUO een bedrag vast dat jouw ouders allebei aan jouw school of studie zouden moeten bijdragen. Dit kan een ander bedrag zijn dan het bedrag aan kinderalimentatie. Op basis van die bijdragen wordt de aanvullende beurs vastgesteld.
DUO kijkt niet naar het bedrag dat betaald wordt aan kinderalimentatie. Wanneer het bedrag aan kinderalimentatie hoger is dan de vastgestelde ouderlijke bijdrage, maakt dit dus niets uit voor het vaststellen van de aanvullende beurs. Maar wanneer het bedrag aan kinderalimentatie lager is dan de door DUO vastgestelde bijdrage van de alimentatiegerechtigde ouder, kan dit nadelig uitpakken voor jou. Praat hierover met de alimentatiegerechtigde ouder en vraag of hij of zij voortaan meer kinderalimentatie wil betalen. Mocht deze weigeren, dan kun je de rechter vragen om het bedrag aan kinderalimentatie te verhogen.
In bijzondere gevallen, wanneer de ouder weigert om de ouderlijke bijdrage te voldoen, kan DUO voor jou een uitzondering maken en de hoogte van de kinderalimentatie zien als ouderlijke bijdrage (en jouw aanvullende beurs daarop afstemmen).
Zie voor meer informatie de website van DUO.
Kinderalimentatie is een bijdrage in de kosten van jouw levensonderhoud. Hieronder vallen eten, drinken, kleren en verzorging, maar ook de kosten voor sporten en een feestje. Tot je 21e zijn jouw ouders samen verplicht om voor jou te zorgen en je te ondersteunen, ook financieel, wanneer jij dat zelf (nog) niet kunt. Pas als jij zelf in je onderhoud kunt voorzien, zijn ze niet meer verplicht om jou te ondersteunen.
Meestal verdien je niet zoveel met een bijbaantje, maar het kan zijn dat jouw bijbaantje zoveel oplevert dat jij wel voor een deel in je levensonderhoud kunt voorzien. Als dit zo is, dan kan de alimentatieplichtige ouder voorstellen om het bedrag aan kinderalimentatie te verlagen. Dit moet hij of zij overleggen met jou. Vervolgens moet dit - of jij het ermee eens bent of niet - aan de rechter worden voorgelegd. De rechter beoordeelt dan of hij het eens is met de verlaging.
Kinderalimentatie is een bijdrage in de kosten van jouw levensonderhoud. Hieronder vallen eten, drinken, kleren en verzorging, maar ook de kosten voor sporten en een feestje. Tot je 21e zijn jouw ouders samen verplicht om voor jou te zorgen en je te ondersteunen, ook financieel, wanneer jij dat zelf (nog) niet kunt. Pas als jij zelf in je onderhoud kunt voorzien, zijn ze niet meer verplicht om jou te ondersteunen.
Als jij een salaris hebt waarvan je zelf in je levensonderhoud kunt voorzien, dus waarvan jij je eten, drinken, kleren, verzorging, sporten, enzovoort kunt betalen, kan de ouder die alimentatie betaalt voorstellen om het bedrag aan kinderalimentatie te verlagen of om de kinderalimentatie stop te zetten. Dit moet hij of zij overleggen met de alimentatiegerechtigde ouder. Vervolgens moet de ouder die alimentatie betaalt dit - ook als de alimentatiegerechtigde ouder het er niet mee eens is - voorleggen aan de rechter. De rechter beoordeelt dan of hij het eens is met de verlaging. De rechter vindt in het algemeen dat een jongere pas geen alimentatie meer nodig heeft als hij of zij minstens het volledige minimumloon verdient.
Als de ouder die kinderalimentatie voor jou moet betalen dit weigert, is dat erg vervelend. Maar in dat soort gevallen sta je er niet alleen voor. In Nederland is er organisatie die dit soort problemen oplost: het LBIO. Zij kunnen helpen wanneer de alimentatieplichtige ouder niet wil betalen. Zij gaan de alimentatie dan "innen" bij de ouder die niet wil betalen en zorgen er vervolgens voor dat jij dit bedrag krijgt. Jij krijgt jouw alimentatie dan voortaan van het LBIO, en het LBIO zorgt ervoor dat zij het geld krijgen van jouw ouder. Je hoeft je dan dus geen zorgen meer te maken over of hij of zij betaalt. Dit doet het LBIO. En het kost jou niets.
Zie hierover de website van het LBIO.
Als de draagkracht van de alimentatieplichtige ouder verandert, kan dat van invloed zijn op het bedrag van de kinderalimentatie. Stel dat die nieuwe partner geen of maar een beperkt inkomen heeft en jouw ouder ook mee gaat betalen voor de kinderen van de nieuwe partner, dan kan zijn draagkracht afnemen. Dit zou kunnen betekenen dat jouw ouder daardoor minder kinderalimentatie kan betalen. Hij kan in zo'n geval de rechter vragen om de kinderalimentatie te verlagen. De rechter kijkt dan wel of zijn/haar draagkracht echt is afgenomen en hij/zij de kinderalimentatie hierdoor niet meer volledig kan betalen.
Het kan ook zijn dat de nieuwe partner ook een eigen inkomen heeft, en/of dat de nieuwe partner en jouw ouder samen de vaste lasten (huis, gas, water, electriciteit, etc.) gaan betalen, waardoor de draagkracht van jouw ouder toeneemt. Als jouw ouder eerst minder kinderalimentatie kon betalen omdat hij niet genoeg draagkracht had, kan dit aanleiding zijn om verhoging van kinderalimentatie te vragen. Dit moet bij de rechter.
Door werkloosheid of arbeidsongeschiktheid kan het inkomen en daarmee de draagkracht van de alimentatieplichtige ouder verminderen. Dit zou kunnen betekenen dat jouw ouder daardoor minder kinderalimentatie kan betalen. Hij of zij kan in zo'n geval de rechter vragen om de kinderalimentatie te verlagen. Als de rechter hiermee akkoord gaat, betekent dit dat je voortaan minder kinderalimentatie zult ontvangen.
Als je ouder is verzekerd tegen inkomensverlies door arbeidsongeschiktheid, gaat zijn of haar inkomen er niet op achteruit. In dat geval vult de verzekering namelijk het inkomensverlies aan, zodat het inkomen (en de draagkracht) hetzelfde blijven.
Als je ouders een alimentatieverzekering hebben afgesloten, vult de verzekering bij inkomensachteruitgang van de alimentatieplichtige ouder het bedrag van de kinderalimentatie aan. Je blijft dan dus hetzelfde bedrag ontvangen. Ditzelfde gebeurt als de alimentatieplichtige ouder mocht komen te overlijden.
Als je alimentatiegerechtigde ouder werkloos wordt of arbeidsongeschikt raakt, heeft dit in principe geen gevolgen voor het door jou te ontvangen bedrag aan kinderalimentatie. Het kan echter zo zijn dat deze ouder ook voor een deel bijdroeg aan jouw kosten en dat nu niet meer kan betalen zodat jij niet meer genoeg hebt om van rond te komen. In dat geval kun je overleggen met je andere ouder of hij of zij een hoger bedrag aan kinderalimentatie wil betalen.
Mocht je ouder hier niet aan mee willen werken, dan kun je de rechter - via een advocaat - vragen om het alimentatiebedrag te verhogen wegens gewijzigde omstandigheden. Belangrijk is wel dat je ouder het nieuwe, hogere bedrag aan kinderalimentatie "kan" betalen. De rechter houdt altijd rekening met de draagkracht van de alimentatieplichtige ouder.
Als je ouder is verzekerd tegen inkomensverlies door arbeidsongeschiktheid, gaat zijn of haar inkomen er niet op achteruit. In dat geval vult de verzekering namelijk het inkomensverlies aan, zodat het inkomen (en de draagkracht) hetzelfde blijven.
Als je alimentatieplichtige ouder overlijdt, dan stopt de kinderalimentatie, tenzij je ouders een alimentatieverzekering hebben afgesloten. Een alimentatieverzekering keert bij overlijden van de alimentatieplichtige ouder maandelijks het bedrag aan kinderalimentatie uit dat je voor het overlijden ontving (tot het moment waarop je niet meer gerechtigd bent tot kinderalimentatie).
Als je alimentatiegerechtigde ouder overlijdt, loopt de kinderalimentatie door. De andere ouder blijft onderhoudsplichtig voor jou. Het kan echter zo zijn dat deze ouder ook een deel van de kosten van opvoeding en verzorging van jou droeg en dat je nu niet meer genoeg hebt om van rond te komen. Je zult met je vader of moeder moeten overleggen hoe jullie dit gaan oplossen. Mocht je ouder hier niet aan mee willen werken, dan kun je de rechter - via een advocaat - verzoeken om het alimentatiebedrag te verhogen wegens gewijzigde omstandigheden (het overlijden van de alimentatiegerechtigde ouder). Belangrijk is wel dat je ouder het nieuwe, hogere bedrag aan kinderalimentatie "kan" betalen. De rechter houdt altijd rekening met de draagkracht van de alimentatieplichtige ouder.
Andere vragen
De afspraken in het ouderschapsplan hebben jouw ouders in het belang van jou gemaakt. Allerlei omstandigheden kunnen ertoe leiden dat die afspraken voor jou niet meer zo goed werken of niet meer zo goed bij jou passen. Een van je ouders is bijvoorbeeld verhuisd, waardoor de omgangsregeling anders verloopt. Of je bent van school verandert, waardoor je liever bij je andere ouder wilt gaan wonen, terwijl in het plan is vastgelegd dat jij bij de ene ouder woont. Dat is niet erg. Het plan is een momentopname, met daarin de afspraken die op dat moment goed voor jou waren. Praat hierover met je ouders en bespreek wat beter zou werken en hoe de afspraken veranderd zouden moeten worden.
De omgangsregeling en de andere afspraken in het ouderschapsplan hebben jouw ouders in het belang van jou gemaakt. Allerlei omstandigheden kunnen ertoe leiden dat die afspraken voor jou niet meer zo goed werken of niet meer zo goed bij jou passen. Dat kan ook een nieuwe partner zijn van een van je ouders, waarmee jij het minder goed kunt vinden. Praat hierover met je ouders en bespreek wat beter zou werken en hoe de afspraken veranderd zouden kunnen worden.
De omgangsregeling en de andere afspraken in het ouderschapsplan hebben jouw ouders in het belang van jou gemaakt. Allerlei omstandigheden kunnen ertoe leiden dat die afspraken voor jou niet meer zo goed werken of niet meer zo goed bij jou passen. Dat kan ook het kind of de kinderen van een nieuwe partner zijn van een van je ouders, waarmee jij het minder goed kunt vinden. Praat hierover met je ouders en bespreek wat beter zou werken en hoe de afspraken veranderd zouden kunnen worden.
Het is heel vervelend als je een belangrijke beslissing wilt nemen, zoals de keuze voor een bepaalde studie, en een van je ouders is het er niet mee eens. In dat geval zul je je ouders moeten proberen te overtuigen dat het een goede keuze is voor jou en dat die keuze in jouw belang is. En dat het belangrijk voor jou is dat ze die keuze ondersteunen.
De meeste ouders hebben samen het gezag en dus samen moeten beslissen, maar misschien hebben je ouders in het ouderschapsplan ook opgenomen wie van beiden mag beslissen over een bepaalde gebeurtenis, zoals bijvoorbeeld een studiekeuze. Het kan heel lastig zijn als net de ouder die mag beslissen, het er niet mee eens is, en de ander wel. In zo'n geval zul je de ouder die mag beslissen ervan moeten overtuigen dat het voor jou een goede keuze is en dat het voor jou belangrijk is dat hij of zij het eens is met jouw beslissing.
Als het moeilijk is, kun je altijd een familielid of iemand anders die je goed kent vragen om je te helpen of vragen om te bemiddelen tussen jullie.
Als je er helemaal niet uitkomt met je ouders, kun je bij de kantonrechter een zogenaamde bijzondere curator aanvragen om jouw belangen te behartigen totdat je meerderjarig bent. De bijzondere curator zal proberen om in samenspraak met jou en je ouders tot een oplossing te komen. Als het nodig is kan de zaak bij de rechter voorgelegd worden waarbij de bijzondere curator jou vertegenwoordigt. De ouder die het wel met jou eens is, kan ook een verzoek indienen bij de rechter om een beslissing te nemen over het onderwerp, die ook de andere ouder moet volgen. In die procdure zal de rechter ook om jouw mening vragen.
Natuurlijk verandert er heel veel als je 18 jaar, dus meerderjarig wordt. Je mag dan bijvoorbeeld gaan stemmen en je rijbewijs halen. Je bent dan zelf verantwoordelijk voor je eigen handelen en de beslissingen die je neemt. Dit geldt dus ook voor zaken rondom de scheiding van je ouders.
Het belangrijkste wat dan verandert is de kinderalimentatie. Tot je 18e verjaardag betaalt een van je ouders (de alimentatieplichtige) voor jou kinderalimentatie aan je andere ouder (de alimentatiegerechtigde). Na je 18e verjaardag ontvang jij zelf de kinderalimentatie op je eigen rekening. Tenzij je zelf in je eigen levensonderhoud kunt voorzien. Dit geld is bedoeld voor je levensonderhoud en je studie. In principe loopt de kinderalimentatie door totdat je 21 jaar bent. Dit hangt af van de exacte afspraken die je ouders in het ouderschapsplan over dit onderwerp hebben gemaakt. Dan zijn je ouders niet meer verplicht om jou (financieel) te onderhouden. De kinderalimentatieplicht kan eerder stoppen als jij voor je 21e al in je eigen levensonderhoud kunt voorzien, bijvoorbeeld doordat jij een volledig betaalde fulltime baan hebt.